Teaser 6 Omen 20

Uit het onderzoeksjournaal van Jozef Cariba, Magister van de Ivoren Toren.

1786 – achtste volle maan
Gisteren kwamen de eerste verkenners terug van het Sedrun meer. De Hoogelven hadden gelijk, helaas. Boven en rondom het Sedrun meer, voorheen de populairste vakantiebestemming voor hooggeplaatste edellieden, zijn vreemde mistbanken ontstaan. Soms een soort dunne waas, maar meer dan eens een dikke ondoordringbare barrière, alsof de wolken uit de hemel neer zijn gedaald.

1786 – vijf dagen na de achtste volle maan
Vandaag heb ik te horen gekregen dat ik deel uit ga maken van een gezelschap bestaande uit magiërs van de Ivoren toren en de beste onderzoekers die de Hoogelven konden verzamelen. Morgen zullen we vertrekken, ik ben benieuwd wat ons te wachten staat.

1786 – twee dagen voor de negende volle maan
We zijn zojuist aangekomen bij het Sedrun meer. Er heerst een pijnlijke stilte, en het is moeilijk om door de dikke mist heen te kijken. We gebruiken een touw, dat alle leden van de expeditie met elkaar verbind, zodat we elkaar niet kwijtraken.

1786 – één dag voor de negende volle maan
Zojuist hebben wij besloten om een vast kamp op te slaan aan de noordelijke bank van het meer. Varion, één van de oudste en wijste Hoogelven is al begonnen met het opvangen van mistdeeltjes, zodat deze vergeleken kunnen worden met mistdeeltjes die op andere locaties aangetroffen werden.

1786 – twee dagen na de negende volle maan
We zijn nu al een aantal dagen aan het proberen om de samenstelling van de mist te analyseren, maar we hebben weinig succes.

1786 – drie dagen na de negende volle maan
Eureka!.. Soort van. We zijn er achter gekomen dat we te maken hebben met normale mist, zoals elders aangetroffen is. Alleen is de mist hier extreem geconcentreerd. Morgen gaan we voor het eerst kijken of de mist te manipuleren is met magie.

1786 – zeven dagen na de negende volle maan
Meester Koenraed van de Ivoren toren durft te zweren dat hij de mist een enkele seconde stil heeft kunnen houden met zijn krachten. Niet iedereen gelooft hem, hij schrijft zichzelf wel vaker grote ontdekkingen aan.

1787 – twee dagen na de eerste volle maan
Vandaag kunnen we voor het eerst zeggen dat we vooruitgang geboekt hebben in ons onderzoek. De hoogelf Luthien en Hoogmeester Wilhelm van de Ivoren toren hebben gezamenlijk de mist zo gemanipuleerd dat deze zich in een soort van draaikolk verzamelde aan de rand van het meer, en langzaam verdween. Meester Koenraed is sindsdien niet meer gezien, wij denken dat hij uit jaloezie vertrokken is. De mist keerde pas laat in de avond weer terug boven het meer.

1787 – vijf dagen voor de tiende volle maan
Een vreemd voorval heeft plaatsgevonden. Luthien, Varion en Hoogmeesters Wilhelm en Joanna van de Ivoren toren werden wakker met een vreemdsoortige vorm van eelt in hun gezicht en op diverse andere locaties.

1788 – drie dagen voor de tweede volle maan
Net als vele andere leden van de expeditie ondergaat nu ook mijn lichaam veranderingen. Verschillende leden van de expeditie zijn al gevlucht. Alleen Luthien, Wilhelm en ik zijn nog over.

1788 – vier dagen na de derde volle maan
Wilhelm is overleden, Luthien en ik hebben het kamp met moeite weten te verplaatsen. We staan nu dicht op het water. Om een of andere reden voelen wij ons daar toch beter.

1789 – eerste volle maan
Het is al even geleden dat ik geschreven heb in mijn journaal. We zijn te lang met dit onderzoek bezig geweest, en al deze moeite om er alleen maar achter te komen dat het manipuleren van de mist gevaren met zich mee brengt. Dit Journaal stuur ik op naar de hoogmeesters van de Ivoren toren, in de hoop dat zij in de toekomst zich enkel richten tot aarde en vuur, zoals wij al eeuwen hebben gedaan. Luthien en ik blijven hier, hopeloos op zoek naar een oplossing..