SL Update 4: Taveerne Ethlinn’s Rust

Er zit een grof geklede jager aan de bar, duidelijk dieper in zijn glas aan het kijken dan normaal is op een woensdag avond. Nadat de 2de fles wordt besteld besluit de barman te vragen aan de gehavende man wat hem zo spookt dat hij nog steeds hier is. De man kijkt op met waterige ogen en zegt:

“Ik was vandaag in het bos vroeg op jacht naar wild toen ik een prachtig hert zag, helaas had het verdomde beest me door en schoot dieper het struikgewas in, maar het was een te goede prijs om te laten lopen. Ik had dat verdomde bos nooit zo diep moeten ingaan, er blijken gewoon verdomde woudelven daar te wonen. Ik volgde het beest dieper het bos in toen ik uit mijn oog hoek twee van die wilden zag lopen. Ik verstopte me en hoopte dat die verdomde puntoren zouden door lopen maar ze bleven staan. Begonnen te praten in dat brabbel taaltje van ze.”

“Je lult,” zegt de barman, “we weten allemaal dat die woudelven geen twee woorden aan elkaar kunnen vlechten, wat kunnen die nou te bespreken hebben. Drink nog een glas en ga dan naar huis met je spook verhalen.”

“De fles is nog niet leeg en je vroeg naar een verhaal, dan krijg je er ook een. Die oudere van de twee zei iets over de tuinen van Araima, Driscoll mag weten wat dat betekend maar hij klonk serieus. Ik heb niet alles kunnen verstaan maar wat ik hoorde was beloofde niet veel goeds.

“Die ouwe zei, “De paden, verlengen, verbuigen. Planten, bevlogen, natuur, beweegt, tuinen, Araima, veranderd.” Die jongere brabbelde verder, “wind, zingt, vergeten, stemmen.” Die ouwe leek te schrikken van de nieuwsgierigheid van die jongere en klonk belerend, “oud, onheil, terug, tuinen, veranderd.” Laatste van hun discussie heb ik niet volledig mee gekregen maar die jonge zei nog, “tuinen, veranderd, oude, jagers, keren.” ” De inmiddels stom dronken jager vervolgt: “Ik begon te twijfelen of ik nog terug zou komen hier, ze keken achter mij, was dat verdomde hert weer terug, gelukkig schoot die weg en verdwenen ze er achterna.“

De barman antwoord: “Dus je kon een hert niet te baas en moest een groots verhaal vertellen om je mislukking te verbergen? Je bazelt. Er zijn hier geen woudelven, die zouden nooit zo dichtbij bij onze landen durven te komen.”

“Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb,” zegt de dronken man als hij de halve fles van de toonbank pakt en richting de deur strompelt de nacht in.