Shivaun – God van Oorlog, Strijd en Opoffering

Shivaun wordt meestal afgebeeld als een vechtjas, getekend door de strijd. Hij mist op de meeste afbeeldingen wel een paar vingers of een van zijn ledematen, maar in brute kracht overtreft hij alle andere goden en godinnen. In intelligentie echter niet. Shivaun is niet dom, maar hij laat zich wel eens meeslepen door zijn emoties. Echter, een vijand dient verslagen te worden, ongeacht de prijs. Een ledemaat opofferen om je doel te bereiken is een kleine prijs in de ogen van Shivaun.

Samen met Doran bepaalt hij het lot van allen op het slagveld. Ze oordelen over hun moed, inzet, strategie, eer en vaardigheden en bepalen vervolgens wie de strijd zal winnen. Shivaun verwijt Doran vaak dat hij te afstandelijk is. Een goede krijger weet zijn emotie te gebruiken. Pure woede is een gevaar voor de tegenstander, niet voor de strijder zelf. En alleen diegene wiens hart waarlijk in de strijd ligt, weet wat een goed offer is om te brengen voor de overwinning.

Priesters en volgelingen van Shivaun zijn voornamelijk krijgers. Ze leven meestal vrij sober en zijn gewend om veel te reizen. Een goed volgeling werkt doelmatig en doortastend, maar legt zijn hart in iedere strijd waar hij in komt, of het er nu een van wapens of van woorden is.

Het symbool van Shivaun is een mensfiguur die een arm mist. In sommige gevallen missen andere ledenmaten.

Ik weet het nog als de dag van gisteren, hij rende voor onze eenheid uit in zijn volle bepantsering, zwart met rood gekleurd. Ik heb nog nooit zo iemand gezien, als eerste was hij op het slagveld, om zich heen maaiend met die enorme bijl van hem. Hij brak het moraal van de tegenstanders alsof het twijgjes waren. Hij was op de plaatsen waar hij op dat moment het beste nodig was, zijn eigen verwondingen negerend opdat de strijd gewonnen kon worden. En na afloop zorgde hij ervoor dat onze gewonden veilig afgevoerd konden worden en dat de doden hun laatste eer bewezen kregen. De eerste die de strijd betreed en de laatste die het weer verliet. Een echte kampioen.

Uit het dagboek van Thoben, infanterist