Benice

De stad Benice is altijd uitzonderlijk geweest. Al voor het Keizerrijk maakte het gebruik van een belangrijk voordeel: De gunstige ligging. De uithoek van de bewoonde wereld werd door vrijwel niets bedreigd, zeker sinds het handelsakkoord met de dwergen. Aan de kust en een riviermonding bloeide de handel snel op, om de rijken nog rijker te maken. Al uit die tijd stamt de vlag van Benice: Paars, met goude borduursels, om met hun rijkdom te pronken.

Toen het Keizerrijk groeide kozen de handelaren van Benice voor het veilige pad. Al voor de landen om hun heen veroverd werden, stuurden ze afgezanten naar de jonge Keizer, om zich aan te sluiten. Hun voorwaarde om hun eigen bestuurscultuur te bewaren heeft zich terugbetaald: Nog steeds is Benice een protectoraatstad, die wel in de landen van Estuaire ligt, maar niet door haar Hertog bestuurd wordt.

Ook uit die tijd stamt de heerschappij van de acht rijkste handelarenfamilies, bekend als de Patriciërshuizen. Benice is van oudsher geen stad van adel, maar wel een stad van geld. De Patriciërs zijn de rijksten van de stad, en weten om slimme en sluwe wijze die macht te behouden. Toch is hierin wel iets veranderd sinds de aansluiting bij het Keizerrijk, want de Keizer eiste dat Benice met één stem met hem zou spreken. En zo is het gekomen dat de machtigste Patriciërsfamilie uit die tijd, familie Van Der Buytenweg, een adelpositie kreeg, en het familiehoofd van deze familie de titel van Graaf van Benice mag voeren, maar zichzelf ook wel Handelsprins noemt.

De Handelsprins heeft daadwerkelijke macht in de stad, omdat de bijdragen en afdrachten aan het Keizerrijk door zijn handen gaan. Toch kan de Handelsprins niet geheel alleen opereren, want de andere zeven Patriciërshuizen hebben grote delen van de stad stevig in handen en laten die niet los. Vooral de familie Heshusius heeft bijzonder grote invloed, volgens sommigen door duistere afspraken met een eeuwenoud wezen dat in de schaduwen van de stad leeft. Vele Handelsprinsen hebben dan ook het verstandige besluit genomen te trouwen met een dochter van huis Heshusius, om deze geduchte politieke speler aan hun kant te hebben. En dan is er ook nog de onberekenbare politieke invloed van de Beniciaanse Boeler Bond. Het volksspel Boule is immers immens populair in de stad, en als de Boeler Bond zich tégen een Patriciërshuis keert kunnen ze stevige problemen verwachten in het verkopen van hun goederen en het vinden van personeel.

Ondanks de eeuwige politieke strijd tussen de Patriciërshuizen gaat het niet zo slecht in de stad. Na een volksopstand, generaties geleden inmiddels, zijn de Handelsprinsen verstandig genoeg om genoeg van de rijkdom door te laten vloeien naar het werkvolk. En rijkdom is er genoeg. De handel met de dwergen, een monopolie van Huize Klinkhamer, doet de stad veel goeds, en ook de bouw van een nieuwe generatie handelsschepen loopt voorspoedig. Al generaties lang zijn de schippers uit Benice bij verre de behendigste in de onvoorspelbare wateren van Ethlinn’s Fingers. Sommige van de huizen hebben zelfs het geld om een flinke troep manschappen in te huren, die veelal als een soort huurlingen worden uitgehuurd aan andere partijen. Kortom, het gaat de stad voor de wind. En de inwoners bedanken daarvoor niet alleen hun Handelsprins, maar vooral ook hun patroongod Trovat.